woensdag 28 december 2016

Talentgerichte aanpak


Talentgerichte aanpak
Elk kind, iedere leerling heeft zijn eigen talenten in de vorm van vaardigheden en competenties. Talent heb je volgens mij van nature uit ‘meegekregen’, het is de aanleg van het kind. Het is belangrijk dat je hiervoor voldoende aandacht hebt als opvoeder. In hun verdere beroepsleven zullen deze talenten immers goed van pas komen. Tijdens een sollicitatiegesprek onderscheid je je immers van anderen door je talenten ‘in de verf’ te zetten afgestemd op de wensen van de onderneming. Wanneer je tijdens het beoefenen van een job, je talenten kan uiten, zal je zowel zelfvoldoening ervaren als ook appreciatie van je werkgever.
We leven in een complexe samenleving waarbij men (hoge) verwachtingen heeft van burgers. Men verwacht immers dat elk individu zijn uiterste best doet om zijn/haar ‘steentje bijdragen’ ter optimalisatie van de economie van een land. Als burger moet je je zo goed mogelijk proberen te schikken aan maatschappelijke verwachtingen. Ik, als toekomstig leraar Nederlands, zal bijgevolg belang hechten aan een correct taalgebruik, zowel mondeling (Standaardnederlands) als ook schriftelijk.

Talenten ontdekken en ontwikkelen

Ik denk dat je als opvoeder ervoor moet zorgen dat de leerling de kans krijgt om zijn talenten optimaal verder te ontwikkelen in een schoolcontext. Hij moet de leerling een omgeving aanbieden waarin de kans het grootst is dat de lerende zijn ‘aanleg’ tot uiting kan laten komen m.a.w. ruimte scheppen voor de spontane ontplooiing van het kind.

Als leerkracht is het naar mijn mening van primordiaal belang om die talenten zelf te benoemen of door klasgenoten te laten benoemen. Zo zal een leerling een hoge zelfwaardering ervaren en bijgevolg zal zijn/haar zelfvertrouwen toenemen. Het levert m.a.w. heel wat mentale energie op. Sommige leerlingen zijn immers al te vaak gewezen op wat ze niet zo goed kunnen, dan kan het zéér veel deugd doen om ook eens te horen wat ze wél goed kunnen. Vermeld altijd ook de positieve aspecten ! Streef naar een positieve illusie in het kijken naar de ander ! Als we dit allemaal zouden doen, zouden er vele duurzame succesvolle relaties ontstaan tussen zowel de leerlingen onderling als ook met de leerkracht.

Elke pluim
die je een kind geeft,
maakt van hem een vogel
zo vrij
zo gelukkig
zo blij dat hij leeft
en dat is het
wat elk kind
elk mensenkind
zo nodig heeft !

Hans Schmidt


                                                          Walter Grootaerts en Mozaiek


Boons Mitchell

zaterdag 24 december 2016

Voeding en beweging


Voeding en beweging

Suiker dreigt de grote boosdoener van de 21e eeuw te worden. Als vaststaat dat gesuikerde frisdranken een belangrijke rol spelen in de toename op obesitas, is het dan niet beter om frisdranken op school gewoonweg te verbieden ?
Ik vind dat leerlingen pas leren omgaan met frisdrank door ermee geconfronteerd te worden. Als je automaten verbiedt, durft dat bij tieners namelijk een omgekeerd effect te hebben, omdat ze op zoek gaan naar buitenschoolse automaten. Naar mijn mening is het beter om een schoolbeleid met uitdoofscenario te voeren. Zo kan je overheen verschillende schooljaren met een stappenplan werken om frisdranken uit het schoolaanbod te bannen.    Hierdoor krijgt een secundaire school wat meer ruimte en tijd om frisdranken uit de school te krijgen en bieden ze steeds meer gezondere alternatieven aan: vb.: een automaat vullen met fruitsappen, vetarme koeken, … ; leerlingen toelaten om water te drinken tijdens de lesuren, één keer in de week vers fruit aanbieden, aanbod van gezonde belegde broodjes) waarbij men de voedingsdriehoek in het achterhoofd houdt.

Bovendien slaan jongeren soms het ontbijt over. om voldoende energiereserves aan te leggen voor de voormiddag. Tijd vormt hierbij namelijk vaak een stoorzender voor jongeren. Als ze bijvoorbeeld vele ochtenden ‘vroeg’ moeten opstaan indien ze relatief ver van school wonen, dan proberen ze op die manier misschien extra ‘slaaptijd’ te winnen wat onverantwoord is. Het ontbijt is namelijk de belangrijkste maaltijd van de dag. Met een stevig ontbijt leg je namelijk de nodige energiereserves aan om geconcentreerd en actief de voormiddaglessen te volgen.

Daarnaast zou een school naar mijn mening ook activiteiten moeten organiseren met betrekking tot gezonde voeding en beweging. Zo heeft een school de mogelijkheid om activiteiten zoals een gezond ontbijt, bezoek aan een voedingsbedrijf, een stickeractie ‘met de fiets naar school’ te organiseren of een kinesist / voedingsconsulent(e) op school uit te nodigen om kennis en ervaringen uit te wisselen met de leerlingen.

Het belang van voldoende beweging

Naar mijn mening moeten jongeren niet enkel gestimuleerd worden om een gevarieerd voedingspatroon te hanteren, maar men moet hen ook aansporen om voldoende te bewegen. Mits voldoende beweging zullen jongeren zich hoogstwaarschijnlijk fitter voelen, minder snel ziek worden, beter slapen, zich beter kunnen concentreren op school wat enorm belangrijk is voor een adolescent.
Een inactieve levensstijl kan immers een sluipmoordenaar zijn in de vorm van obesitas. Naar mijn mening zouden jongeren elke dag minstens een uur moeten bewegen. Op de school kan zich dat vertalen in lessen lichamelijke opvoeding, bewegingstussendoortjes, van klaslokaal wisselen tussen de verschillende lesuren zorgt natuurlijk ook voor beweging, maar dit is onvoldoende.

Het ontwikkelen van de juiste attitudes kan men bij jongeren aansturen door ze te confronteren met hun eigen voedings- en bewegingsgedrag. (vb. Je kan jongeren op regelmatige basis de Coopertest laten uitvoeren en de vorderingen ervan bijhouden, zoals in een leerlingvolgsysteem.) Zo kan men hen makkelijker overtuigen van het principe dat evenwichtiger eten of bewegen hun gezondheid ten goede komt. Indien ze een zekere vooruitgang zullen ze gemotiveerd zijn om hun grenzen telkens weer te verleggen. Hierdoor zullen ze zich fitter voelen.

Na schooltijd staat het zitgedrag bij televisie, computer, gsm, … vaak centraal in de leefwereld van tieners. Meer bewegen voor deze screenkids is bijgevolg echt wel een must ! Daarnaast is het zo dat jongeren uit een lagere sociale status moeilijker in beweging te krijgen zijn dan anderen. Vaak krijgen zij niet de kans om zich aan te sluiten bij sportclubs omwille van te hoge lidgelden en worden ze weinig door hun ouders gestimuleerd om te bewegen. Een school zou naar mijn mening ook die leerlingen moeten laten kennismaken met de bestaande verenigingen. Om dit te bereiken, kan een school een jeugd-of sportvereniging op school uitnodigen om uitleg te geven over de activiteiten die ze organiseren.  Bovendien kunnen ze een overeenkomst met hen aangaan, zodat alle leerlingen kunnen genieten van een voordeliger tarief om toe te treden tot een vereniging.

Als men bovenstaande visie effectief wil realiseren, zal er voldoende overleg moeten zijn tussen het directieteam, het lerarenkorps en de ouderraad. Het hele schoolteam moet immers dezelfde boodschap uitstralen naar de leerlingen toe. Het introduceren van gezonde voeding en beweging op school moet m.a.w. worden ingeburgerd in de schoolcultuur. Een éénmansinitiatief zal immers geen kans tot slagen hebben.


Boons Mitchell

vrijdag 23 december 2016

Een positieve binding tussen leraar en leerlingen


Een positieve binding tussen leraar en leerlingen
Naar mijn mening is een positief klasklimaat een basisvoorwaarde om leerkansen optimaal te benutten. Leerlingen moeten zich goed voelen in de klas, m.a.w. over het nodige welbevinden beschikken. Alleen als hieraan wordt voldaan, zullen ze in staat zijn om optimaal te leren en graag naar school komen.
Respect binnen de klasmuren !
Ik hecht veel belang aan fundamentele aanvaarding binnen mijn klasmuren, zowel tussen leerkracht-leerling als ook tussen leerlingen onderling.

Leerkracht-leerling: Fundamentele aanvaarding is volgens mij het codewoord. Elke leerling is uniek. Als leerkracht moet je ieders eigenheid respecteren. Als alle leerlingen het gevoel hebben dat ze door mij worden gerespecteerd, zullen zij mij ook respecteren als leerkracht. Hierdoor zullen hun kansen op ontwikkeling en leren hierdoor toenemen.

Leerlingen onderling: Elke leerling heeft nood aan basisveiligheid. Ik vind het belangrijk dat leerlingen geen angst hebben om ‘hun stem te laten horen’ tijdens de les ; hun inbreng niet laten bepalen door de mogelijke reacties van anderen. Een leerling moet zich naar mijn mening veilig en gewaardeerd voelen binnen de klasmuren waarbij ik de koppeling kan maken naar een emancipatorische onderwijsvisie. Leerlingen moeten leren zich in de plaats van iemand anders te stellen om zo in staat te zijn om adequaat te kunnen reageren.

Mijn bovenstaande visie vertaalde zich in volgende stage-ervaring: Ik gaf les aan een klasgroep waarin er een paar leerlingen soms opmerkingen te verduren kregen van klasgenoten. vb. Af en toe durfden enkele leerlingen lachen met een ‘domme vraag’ of een fout antwoord dat werd gegeven door een klasgenoot. Hier heb ik meteen afkeurend op gereageerd. Ik reageerde op adequate toon: “Je lacht andere leerlingen niet uit, zou jij zelf graag uitgelachen worden ? Geen enkele vraag of antwoord is ‘dom’. Iedereen maakt fouten, ouders, leerkrachten, de directeur, … ik ook.” Op deze manier trachtte ik preventief te reageren en de risicofactoren in te perken.

Ik kan hier ook de link maken naar de brochure “Leerkracht veerkracht” (Borg de Zorg-project) waarin staat dat “het realiseren van positieve bindingen met je leerlingen een basisvoorwaarde is om in de school en in je klas de onderwijsdoelstellingen (= kennis, inzicht en vaardigheden) te realiseren.
Monitoring 
Naar mijn mening moet een leerkracht waken over zijn klasgroep door op te treden als een regisseur. Dit houdt in dat en leerkracht tegelijk lesgeeft en tegelijkertijd oog heeft voor detail, zodat je een antwoord krijgt op volgende vraag: “Hoe gaan de leerlingen met elkaar om ?” Als leerkracht moet je m.a.w. ook aan monitoring doen, ook buiten de klasmuren. Wanneer je bijvoorbeeld toezicht houdt op de speelplaats, kan je bepaalde zaken opmerken die de onderlinge relaties tussen de leerlingen voor je duidelijk maken en hier eventueel (indien nodig) adequaat op reageren. Leerlingen moeten het gevoel hebben dat de leerkracht hen gezien heeft, zodat ze geen gedrag vertonen die ingaat tegen de schoolafspraken.

Warme duidelijkheid
Leerlingen moeten niet enkel worden aangesproken worden wanneer ze ongewenst gedrag vertonen in de klas. Het is immers even belangrijk om leerlingen naar mijn mening positief te bekrachtigen. Toon m.a.w. geregeld een blijk van waardering aan je leerlingen wat hen zelfvoldoening en motivatie zal geven. Dit kan wanneer we ze een positieve attitude vertonen tijdens de les. Zowel bij negatief als ook bij positief gedrag is het wenselijk om het gedrag concreet te benoemen, zodat de leerling(en) weten waarover het gaat.

Niettemin is non-verbaal gedrag naar mijn mening minstens even belangrijk. Je hoeft je boodschap namelijk niet expliciet uit te spreken. Door te knikken of te glimlachen kan je al aandacht geven voor de ideeën van een ander. Ik vind dat leraren een positief open contact moeten onderhouden waarbij ze behulpzaam en geduldig zijn en op die manier hun leerlingen optimaal begeleiden in hun leerproces.
Empathie
Vraag je als leerkracht steeds af: “Waar zijn mijn leerlingen mee bezig?” Hierbij moet je ernaar streven om een zo helder mogelijk beeld te vormen van de leef-en belevingswereld van je leerlingen. Bijgevolg kan je tijdens je lessen hierop inspelen door zowel mondeling als ook je lesmateriaal op hun leefwereld af te stemmen. Hierdoor zal de betrokkenheid en participatie van je leerlingen ten goede komen. Bovendien moet je tijdens het leerproces van je leerlingen je dezelfde vraag stellen. Je moet als leerkracht immers proberen in te schatten welke moeilijkheden de leerlingen ondervinden, zodat je voldoende tijd kunt voorzien om die ‘hindernissen’ te overwinnen. Wanneer je merkt dat een leerling een bepaald leerstofonderdeel nog niet goed onder de knie, is het noodzakelijk om hem/haar remediëring op maat aan te bieden. Tijdens het leerproces is het zaak om te differentiëren, zodat je tegemoetkomt aan de noden van elke leerling.

Volgend filmpje vat mijn bovenstaande visie goed samen en toont vooral ook het effect op de leerling: "Een leraar die in je gelooft is goud waard."
Opgehaald van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=t1ywaeL5YM0



Boons Mitchell

donderdag 1 december 2016

Vloggen


Vloggen
Ik postte eerder al een bericht op mijn blog over de digitale uitdaging van het onderwijs. Leraren moeten leren om ICT te integreren in hun onderwijspraktijk. Ze moeten m.a.w. ‘up-to-date’ blijven. Dit kan via bijscholingen die ik toen aanhaalde, maar nu heb ik ook een interessant artikel gevonden over “vloggen”.

Vloggen is een samenstelling van de woorden video en bloggen. Het is hierbij de bedoeling dat leerlingen een vernieuwende les op vlak van mediawijsheid filmen en vervolgens posten. Zo zal de meeste innovatieve leraar van elke school ‘in-the-picture’ komen te staan. Samsung organiseert immers een wedstrijd over vloggen. Klassen hebben nog tot 9 december de kans om een mediawijze les van één van hun leerkrachten te filmen. Dit vind ik een goed initiatief. Des te meer omwille van het feit dat de winnaar zal worden bepaald door het verzamelen van zoveel mogelijk likes. Op deze manier zal Samsung er volgens mij in slagen om de digitalisering in het onderwijs verder aan te wakkeren.
Interesse om aan de wedstrijd deel te nemen ? Check dan zeker volgende link: http://nl.metrotime.be/2016/11/28/partners/vloggen-helpt-leerkrachten-technologie/
Bovendien komen leraren vaak voor ‘digitale hindernissen’ te staan die ze moeilijk kunnen overwinnen. De meeste voorkomende zijn geen Wi-Fi in het klaslokaal en een gebrek aan vaardigheden. De school staat in voor de uitrusting voor de klaslokalen, dus op zich kun je als leraar enkel hopen dat er Wi-Fi is. Niettemin kan je de tweede hindernis wel zelfstandig overwinnen. Ik vind het een zéér goed idee om leraren van elkaar te laten leren. De ‘digital natives’ onder het leerkrachtenkorps kunnen de ICT-behoefte van andere leraren immers vervullen.
Ik ga ervan uit dat er in elke school standaard een paar mediawijze leraren aanwezig zijn. Het is naar mijn mening hun verantwoordelijkheid om de rest van schoolteam ‘op sleeptouw te nemen’ en hen warm te maken voor ICT-integratie in hun lessen. Ze kunnen dit doel volgens mij op diverse manieren bereiken: tutorials maken over handige ICT-tools, ICT-vragen van leraren beantwoorden en samen op zoek gaan naar een oplossing ; de school warm maken voor het creëren van een digitale leeromgeving door de meerwaarde erbij te vermelden. De digitalisering van het onderwijs zou voor leraren immers een verrijking kunnen betekenen tijdens hun lesgeven, indien ze ICT op een functionele wijze integreren in hun lessen. Daarnaast komt dit ook ten goede van de leerlingen, want hun betrokkenheid zal hoogstwaarschijnlijk verhogen, waardoor het leereffect ook groter zal zijn.


Geraadpleegde bron: Vloggen helpt leerkrachten met technologie. (sd). (28/11/16) Opgehaald van metrotime: http://nl.metrotime.be/2016/11/28/partners/vloggen-helpt-leerkrachten-technologie/


Mitchell Boons