woensdag 28 december 2016

Talentgerichte aanpak


Talentgerichte aanpak
Elk kind, iedere leerling heeft zijn eigen talenten in de vorm van vaardigheden en competenties. Talent heb je volgens mij van nature uit ‘meegekregen’, het is de aanleg van het kind. Het is belangrijk dat je hiervoor voldoende aandacht hebt als opvoeder. In hun verdere beroepsleven zullen deze talenten immers goed van pas komen. Tijdens een sollicitatiegesprek onderscheid je je immers van anderen door je talenten ‘in de verf’ te zetten afgestemd op de wensen van de onderneming. Wanneer je tijdens het beoefenen van een job, je talenten kan uiten, zal je zowel zelfvoldoening ervaren als ook appreciatie van je werkgever.
We leven in een complexe samenleving waarbij men (hoge) verwachtingen heeft van burgers. Men verwacht immers dat elk individu zijn uiterste best doet om zijn/haar ‘steentje bijdragen’ ter optimalisatie van de economie van een land. Als burger moet je je zo goed mogelijk proberen te schikken aan maatschappelijke verwachtingen. Ik, als toekomstig leraar Nederlands, zal bijgevolg belang hechten aan een correct taalgebruik, zowel mondeling (Standaardnederlands) als ook schriftelijk.

Talenten ontdekken en ontwikkelen

Ik denk dat je als opvoeder ervoor moet zorgen dat de leerling de kans krijgt om zijn talenten optimaal verder te ontwikkelen in een schoolcontext. Hij moet de leerling een omgeving aanbieden waarin de kans het grootst is dat de lerende zijn ‘aanleg’ tot uiting kan laten komen m.a.w. ruimte scheppen voor de spontane ontplooiing van het kind.

Als leerkracht is het naar mijn mening van primordiaal belang om die talenten zelf te benoemen of door klasgenoten te laten benoemen. Zo zal een leerling een hoge zelfwaardering ervaren en bijgevolg zal zijn/haar zelfvertrouwen toenemen. Het levert m.a.w. heel wat mentale energie op. Sommige leerlingen zijn immers al te vaak gewezen op wat ze niet zo goed kunnen, dan kan het zéér veel deugd doen om ook eens te horen wat ze wél goed kunnen. Vermeld altijd ook de positieve aspecten ! Streef naar een positieve illusie in het kijken naar de ander ! Als we dit allemaal zouden doen, zouden er vele duurzame succesvolle relaties ontstaan tussen zowel de leerlingen onderling als ook met de leerkracht.

Elke pluim
die je een kind geeft,
maakt van hem een vogel
zo vrij
zo gelukkig
zo blij dat hij leeft
en dat is het
wat elk kind
elk mensenkind
zo nodig heeft !

Hans Schmidt


                                                          Walter Grootaerts en Mozaiek


Boons Mitchell

zaterdag 24 december 2016

Voeding en beweging


Voeding en beweging

Suiker dreigt de grote boosdoener van de 21e eeuw te worden. Als vaststaat dat gesuikerde frisdranken een belangrijke rol spelen in de toename op obesitas, is het dan niet beter om frisdranken op school gewoonweg te verbieden ?
Ik vind dat leerlingen pas leren omgaan met frisdrank door ermee geconfronteerd te worden. Als je automaten verbiedt, durft dat bij tieners namelijk een omgekeerd effect te hebben, omdat ze op zoek gaan naar buitenschoolse automaten. Naar mijn mening is het beter om een schoolbeleid met uitdoofscenario te voeren. Zo kan je overheen verschillende schooljaren met een stappenplan werken om frisdranken uit het schoolaanbod te bannen.    Hierdoor krijgt een secundaire school wat meer ruimte en tijd om frisdranken uit de school te krijgen en bieden ze steeds meer gezondere alternatieven aan: vb.: een automaat vullen met fruitsappen, vetarme koeken, … ; leerlingen toelaten om water te drinken tijdens de lesuren, één keer in de week vers fruit aanbieden, aanbod van gezonde belegde broodjes) waarbij men de voedingsdriehoek in het achterhoofd houdt.

Bovendien slaan jongeren soms het ontbijt over. om voldoende energiereserves aan te leggen voor de voormiddag. Tijd vormt hierbij namelijk vaak een stoorzender voor jongeren. Als ze bijvoorbeeld vele ochtenden ‘vroeg’ moeten opstaan indien ze relatief ver van school wonen, dan proberen ze op die manier misschien extra ‘slaaptijd’ te winnen wat onverantwoord is. Het ontbijt is namelijk de belangrijkste maaltijd van de dag. Met een stevig ontbijt leg je namelijk de nodige energiereserves aan om geconcentreerd en actief de voormiddaglessen te volgen.

Daarnaast zou een school naar mijn mening ook activiteiten moeten organiseren met betrekking tot gezonde voeding en beweging. Zo heeft een school de mogelijkheid om activiteiten zoals een gezond ontbijt, bezoek aan een voedingsbedrijf, een stickeractie ‘met de fiets naar school’ te organiseren of een kinesist / voedingsconsulent(e) op school uit te nodigen om kennis en ervaringen uit te wisselen met de leerlingen.

Het belang van voldoende beweging

Naar mijn mening moeten jongeren niet enkel gestimuleerd worden om een gevarieerd voedingspatroon te hanteren, maar men moet hen ook aansporen om voldoende te bewegen. Mits voldoende beweging zullen jongeren zich hoogstwaarschijnlijk fitter voelen, minder snel ziek worden, beter slapen, zich beter kunnen concentreren op school wat enorm belangrijk is voor een adolescent.
Een inactieve levensstijl kan immers een sluipmoordenaar zijn in de vorm van obesitas. Naar mijn mening zouden jongeren elke dag minstens een uur moeten bewegen. Op de school kan zich dat vertalen in lessen lichamelijke opvoeding, bewegingstussendoortjes, van klaslokaal wisselen tussen de verschillende lesuren zorgt natuurlijk ook voor beweging, maar dit is onvoldoende.

Het ontwikkelen van de juiste attitudes kan men bij jongeren aansturen door ze te confronteren met hun eigen voedings- en bewegingsgedrag. (vb. Je kan jongeren op regelmatige basis de Coopertest laten uitvoeren en de vorderingen ervan bijhouden, zoals in een leerlingvolgsysteem.) Zo kan men hen makkelijker overtuigen van het principe dat evenwichtiger eten of bewegen hun gezondheid ten goede komt. Indien ze een zekere vooruitgang zullen ze gemotiveerd zijn om hun grenzen telkens weer te verleggen. Hierdoor zullen ze zich fitter voelen.

Na schooltijd staat het zitgedrag bij televisie, computer, gsm, … vaak centraal in de leefwereld van tieners. Meer bewegen voor deze screenkids is bijgevolg echt wel een must ! Daarnaast is het zo dat jongeren uit een lagere sociale status moeilijker in beweging te krijgen zijn dan anderen. Vaak krijgen zij niet de kans om zich aan te sluiten bij sportclubs omwille van te hoge lidgelden en worden ze weinig door hun ouders gestimuleerd om te bewegen. Een school zou naar mijn mening ook die leerlingen moeten laten kennismaken met de bestaande verenigingen. Om dit te bereiken, kan een school een jeugd-of sportvereniging op school uitnodigen om uitleg te geven over de activiteiten die ze organiseren.  Bovendien kunnen ze een overeenkomst met hen aangaan, zodat alle leerlingen kunnen genieten van een voordeliger tarief om toe te treden tot een vereniging.

Als men bovenstaande visie effectief wil realiseren, zal er voldoende overleg moeten zijn tussen het directieteam, het lerarenkorps en de ouderraad. Het hele schoolteam moet immers dezelfde boodschap uitstralen naar de leerlingen toe. Het introduceren van gezonde voeding en beweging op school moet m.a.w. worden ingeburgerd in de schoolcultuur. Een éénmansinitiatief zal immers geen kans tot slagen hebben.


Boons Mitchell

vrijdag 23 december 2016

Een positieve binding tussen leraar en leerlingen


Een positieve binding tussen leraar en leerlingen
Naar mijn mening is een positief klasklimaat een basisvoorwaarde om leerkansen optimaal te benutten. Leerlingen moeten zich goed voelen in de klas, m.a.w. over het nodige welbevinden beschikken. Alleen als hieraan wordt voldaan, zullen ze in staat zijn om optimaal te leren en graag naar school komen.
Respect binnen de klasmuren !
Ik hecht veel belang aan fundamentele aanvaarding binnen mijn klasmuren, zowel tussen leerkracht-leerling als ook tussen leerlingen onderling.

Leerkracht-leerling: Fundamentele aanvaarding is volgens mij het codewoord. Elke leerling is uniek. Als leerkracht moet je ieders eigenheid respecteren. Als alle leerlingen het gevoel hebben dat ze door mij worden gerespecteerd, zullen zij mij ook respecteren als leerkracht. Hierdoor zullen hun kansen op ontwikkeling en leren hierdoor toenemen.

Leerlingen onderling: Elke leerling heeft nood aan basisveiligheid. Ik vind het belangrijk dat leerlingen geen angst hebben om ‘hun stem te laten horen’ tijdens de les ; hun inbreng niet laten bepalen door de mogelijke reacties van anderen. Een leerling moet zich naar mijn mening veilig en gewaardeerd voelen binnen de klasmuren waarbij ik de koppeling kan maken naar een emancipatorische onderwijsvisie. Leerlingen moeten leren zich in de plaats van iemand anders te stellen om zo in staat te zijn om adequaat te kunnen reageren.

Mijn bovenstaande visie vertaalde zich in volgende stage-ervaring: Ik gaf les aan een klasgroep waarin er een paar leerlingen soms opmerkingen te verduren kregen van klasgenoten. vb. Af en toe durfden enkele leerlingen lachen met een ‘domme vraag’ of een fout antwoord dat werd gegeven door een klasgenoot. Hier heb ik meteen afkeurend op gereageerd. Ik reageerde op adequate toon: “Je lacht andere leerlingen niet uit, zou jij zelf graag uitgelachen worden ? Geen enkele vraag of antwoord is ‘dom’. Iedereen maakt fouten, ouders, leerkrachten, de directeur, … ik ook.” Op deze manier trachtte ik preventief te reageren en de risicofactoren in te perken.

Ik kan hier ook de link maken naar de brochure “Leerkracht veerkracht” (Borg de Zorg-project) waarin staat dat “het realiseren van positieve bindingen met je leerlingen een basisvoorwaarde is om in de school en in je klas de onderwijsdoelstellingen (= kennis, inzicht en vaardigheden) te realiseren.
Monitoring 
Naar mijn mening moet een leerkracht waken over zijn klasgroep door op te treden als een regisseur. Dit houdt in dat en leerkracht tegelijk lesgeeft en tegelijkertijd oog heeft voor detail, zodat je een antwoord krijgt op volgende vraag: “Hoe gaan de leerlingen met elkaar om ?” Als leerkracht moet je m.a.w. ook aan monitoring doen, ook buiten de klasmuren. Wanneer je bijvoorbeeld toezicht houdt op de speelplaats, kan je bepaalde zaken opmerken die de onderlinge relaties tussen de leerlingen voor je duidelijk maken en hier eventueel (indien nodig) adequaat op reageren. Leerlingen moeten het gevoel hebben dat de leerkracht hen gezien heeft, zodat ze geen gedrag vertonen die ingaat tegen de schoolafspraken.

Warme duidelijkheid
Leerlingen moeten niet enkel worden aangesproken worden wanneer ze ongewenst gedrag vertonen in de klas. Het is immers even belangrijk om leerlingen naar mijn mening positief te bekrachtigen. Toon m.a.w. geregeld een blijk van waardering aan je leerlingen wat hen zelfvoldoening en motivatie zal geven. Dit kan wanneer we ze een positieve attitude vertonen tijdens de les. Zowel bij negatief als ook bij positief gedrag is het wenselijk om het gedrag concreet te benoemen, zodat de leerling(en) weten waarover het gaat.

Niettemin is non-verbaal gedrag naar mijn mening minstens even belangrijk. Je hoeft je boodschap namelijk niet expliciet uit te spreken. Door te knikken of te glimlachen kan je al aandacht geven voor de ideeën van een ander. Ik vind dat leraren een positief open contact moeten onderhouden waarbij ze behulpzaam en geduldig zijn en op die manier hun leerlingen optimaal begeleiden in hun leerproces.
Empathie
Vraag je als leerkracht steeds af: “Waar zijn mijn leerlingen mee bezig?” Hierbij moet je ernaar streven om een zo helder mogelijk beeld te vormen van de leef-en belevingswereld van je leerlingen. Bijgevolg kan je tijdens je lessen hierop inspelen door zowel mondeling als ook je lesmateriaal op hun leefwereld af te stemmen. Hierdoor zal de betrokkenheid en participatie van je leerlingen ten goede komen. Bovendien moet je tijdens het leerproces van je leerlingen je dezelfde vraag stellen. Je moet als leerkracht immers proberen in te schatten welke moeilijkheden de leerlingen ondervinden, zodat je voldoende tijd kunt voorzien om die ‘hindernissen’ te overwinnen. Wanneer je merkt dat een leerling een bepaald leerstofonderdeel nog niet goed onder de knie, is het noodzakelijk om hem/haar remediëring op maat aan te bieden. Tijdens het leerproces is het zaak om te differentiëren, zodat je tegemoetkomt aan de noden van elke leerling.

Volgend filmpje vat mijn bovenstaande visie goed samen en toont vooral ook het effect op de leerling: "Een leraar die in je gelooft is goud waard."
Opgehaald van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=t1ywaeL5YM0



Boons Mitchell

donderdag 1 december 2016

Vloggen


Vloggen
Ik postte eerder al een bericht op mijn blog over de digitale uitdaging van het onderwijs. Leraren moeten leren om ICT te integreren in hun onderwijspraktijk. Ze moeten m.a.w. ‘up-to-date’ blijven. Dit kan via bijscholingen die ik toen aanhaalde, maar nu heb ik ook een interessant artikel gevonden over “vloggen”.

Vloggen is een samenstelling van de woorden video en bloggen. Het is hierbij de bedoeling dat leerlingen een vernieuwende les op vlak van mediawijsheid filmen en vervolgens posten. Zo zal de meeste innovatieve leraar van elke school ‘in-the-picture’ komen te staan. Samsung organiseert immers een wedstrijd over vloggen. Klassen hebben nog tot 9 december de kans om een mediawijze les van één van hun leerkrachten te filmen. Dit vind ik een goed initiatief. Des te meer omwille van het feit dat de winnaar zal worden bepaald door het verzamelen van zoveel mogelijk likes. Op deze manier zal Samsung er volgens mij in slagen om de digitalisering in het onderwijs verder aan te wakkeren.
Interesse om aan de wedstrijd deel te nemen ? Check dan zeker volgende link: http://nl.metrotime.be/2016/11/28/partners/vloggen-helpt-leerkrachten-technologie/
Bovendien komen leraren vaak voor ‘digitale hindernissen’ te staan die ze moeilijk kunnen overwinnen. De meeste voorkomende zijn geen Wi-Fi in het klaslokaal en een gebrek aan vaardigheden. De school staat in voor de uitrusting voor de klaslokalen, dus op zich kun je als leraar enkel hopen dat er Wi-Fi is. Niettemin kan je de tweede hindernis wel zelfstandig overwinnen. Ik vind het een zéér goed idee om leraren van elkaar te laten leren. De ‘digital natives’ onder het leerkrachtenkorps kunnen de ICT-behoefte van andere leraren immers vervullen.
Ik ga ervan uit dat er in elke school standaard een paar mediawijze leraren aanwezig zijn. Het is naar mijn mening hun verantwoordelijkheid om de rest van schoolteam ‘op sleeptouw te nemen’ en hen warm te maken voor ICT-integratie in hun lessen. Ze kunnen dit doel volgens mij op diverse manieren bereiken: tutorials maken over handige ICT-tools, ICT-vragen van leraren beantwoorden en samen op zoek gaan naar een oplossing ; de school warm maken voor het creëren van een digitale leeromgeving door de meerwaarde erbij te vermelden. De digitalisering van het onderwijs zou voor leraren immers een verrijking kunnen betekenen tijdens hun lesgeven, indien ze ICT op een functionele wijze integreren in hun lessen. Daarnaast komt dit ook ten goede van de leerlingen, want hun betrokkenheid zal hoogstwaarschijnlijk verhogen, waardoor het leereffect ook groter zal zijn.


Geraadpleegde bron: Vloggen helpt leerkrachten met technologie. (sd). (28/11/16) Opgehaald van metrotime: http://nl.metrotime.be/2016/11/28/partners/vloggen-helpt-leerkrachten-technologie/


Mitchell Boons




vrijdag 11 november 2016

Energiezuinige klas ?

Energiezuinige klas ?


Ik heb ervoor gekozen om ook op school bewust met energie om te springen.

Een video over hoe het niet en wél moet, zal de leerlingen hun ogen doen openen.

Om het energieverbruik in klassen te verminderen, wil ik gedurende één week energiespeurders (= leerlingen) op pad sturen om in iedere klas het zesstappenplan te doorlopen.
Welke klas(sen) zijn energiezuinig ?



Mitchell Boons


zaterdag 29 oktober 2016

Korte voorstelling


Korte voorstelling

Je vraagt je misschien af wie die persoon is die alsmaar berichten over mediawijsheid post. Wel, ik ben leraar Frans-Nederlands in opleiding, aangenaam.
Het schrijven zit me wel enigszins in de vingers wat ook zeer goed van pas komt voor mijn talencombinatie. Van kinds af schreef ik al opstellen voor het Davidsfonds en gedichten voor de poëzieweek. Als ik toen een idee in mijn hoofd had, pende ik dit meteen neer op een blaadje. Deze schrijfgewoonte is nu wel vervangen door typen op de computer. Ik volgde immers in mijn jeugd een cursus dactylo-en stenografie. Zo kan ik op een veel snellere manier mijn ideeën overbrengen naar mensen.
Aangezien de kennis van verschillende talen me enorm boeit, volgde ik mijn secundaire schoolloopbaan ook een cursus Spaans en verkreeg ik uiteindelijk hiervoor een diploma. Als je naar het buitenland gaat, is er namelijk niets leuker dan de taal die er gesproken wordt zelf te beheersen.
Hieruit heb ik volgende levensles getrokken: “Wanneer je de kans krijgt om iets bij te leren, moet je deze kans met beide handen grijpen.” Deze gedachte strookt met mijn onderwijsvisie. Als ik later leerkracht ben, zal ik immers met veel plezier mezelf bijscholen. Ik vind het immers belangrijk dat een leerkracht niet vastgeroest geraakt in eenzelfde patroon, maar ernaar streeft om zich aan te passen aan nieuwe onderwijsmiddelen- en technieken. Daarom heb ik er ook voor gekozen om me te verdiepen in het thema “mediawijsheid”. ICT-basisvaardigheden en mediawijsheid zijn immers 21ste eeuwse vaardigheden.


Boons Mitchell

donderdag 13 oktober 2016

De digitale week


Hoe kunnen we de digitale vaardigheden voor jong en oud versterken?

Talloze lokale organisaties, maar vooral de bibliotheken zetten van 8 tot en met 16 oktober 2016 laagdrempelige activiteiten op touw om de digitale wereld voor iedereen toegankelijk te maken. Persoonlijk vink ik dit een zeer mooi initiatief. Deze week worden er eindeloze mogelijkheden van technologie in de kijker gezet. De georganiseerde sessies zijn meestal gratis of soms wordt er een kleine bijdrage gevraagd.

Wat ik enorm apprecieer is dat er veel beginnerscursussen worden aangeboden. Dit komt niet alleen de jongeren ten goede, maar vast en zeker ook de ouderen. Het is ook voor hen een ideale kans om kennis te maken met het toenemende belang van de digitalisering in onze maatschappij. Betalen doe je steeds meer digitaal, maar online bankieren blijkt voor vele 55-plussers geen evidentie. Uit onderzoek blijkt namelijk dat heel wat 55-plussers nog niet goed overweg kunnen met internetbankieren. Sommige mensen willen hun zekerheid van papieren documenten in de kast vaak niet opgeven, maar door de infosessies zullen ze inzien dat een online oplossing vaak meer zekerheid en veiligheid biedt. Daarnaast zie je in steden en gemeenten alsmaar meer e-loketten. Ook het nieuws lees je sneller online. Daarom zouden er voor geen enkele gebruiker obstakels mogen zijn die te maken hebben met computerkennis of leeftijd.
Bron: Digitale week 2016. (sd). Opgehaald van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=XKlPr93PEGU

Het thema voor 2016 is “Maak je droom!” Ook als toekomstig leerkracht heb ik een droom : Iedereen mediawijs maken. Naast een pakket van kennis en vaardigheden wil ik hen ook leren kritisch om te gaan met multimedia. Ook tijdens de digitale week wordt er getracht dromen waar te maken. Ik vind het positief dat er diverse laagdrempelige activiteiten rond multimedia centraal staan zonder dat het ingewikkeld hoeft te zijn. Dus wil je je dromen waarmaken, stap dan gerust eens langs de bib. Het is hoeft absoluut niet ingewikkeld te zijn. Ziehier alvast een aanbod affiche uit mijn omgeving.



Boons Mitchell


maandag 10 oktober 2016

Afspraken rond schermtijd zijn noodzakelijk


Afspraken rond schermtijd zijn noodzakelijk

“Wanneer mag mijn kind zijn tablet of smartphone gebruiken ?” Het is een vraag waar vele ouders mee worstelen. Het gebruik van een tablet kan zowel voor het kind als ook voor de ouders een ‘verademing’ betekenen.  Een kind kan zich via spelletjes en sociale media namelijk ‘ontspannen’ op deze digitale toestellen. De meeste ouders maken hier, weliswaar in eerste instantie, weinig bezwaar tegen. Een tablet trekt namelijk de volle aandacht van het kind , zodat de ouders ook van de nodige rust kunnen genieten. Wanneer ze bijvoorbeeld samen op restaurant gaan, kan het meenemen van een tablet ervoor zorgen dat het kind zich in stilte kan ‘bezig houden’, terwijl de ouders met elkaar een rustige conversatie kunnen aangaan.

Niettemin brengt een tablet in huis ook de nodige zorgen met zich mee.    De meeste kinderen kunnen hun tablet maar moeilijk ‘loslaten’. Wanneer ze bijvoorbeeld aan tafel worden verwacht, hebben sommige kinderen moeite om hun tablet of smartphone even aan de kant te leggen. Kortom, het is moeilijk om een goed evenwicht te vinden tussen de vraag van het kind en het aanbod van de ouders. Naar mijn mening moeten ouders er dan ook op toezien dat hun kinderen tijdig de nodige afstand kunnen inbouwen over hun tablet of smartphone en bijgevolg enkel de tablet gebruiken op gepaste momenten. Zulk gepast moment is bijvoorbeeld het avondeten. Tijdens het avondmaal zouden alle gezinsleden naar mijn mening gezellig samen rond de tafel moeten zitten om ‘bij te praten’ over de afgelopen dag.

Bron: Van mediavijver tot oceaan. (sd). Opgehaald van MediaNest: https://www.medianest.be/van-mediavijver-tot-oceaan

Net voor het slapengaan, is een tablet of smartphone helemaal uit den boze. Het ‘slaaphormoon’, genaamd melatonine, moet immers de kans krijgen om zich aan te maken. Als je dit aanmaakproces verstoort door het blauwe licht van je tablet of smartphone, zal de kans groter worden op een slaaptekort, omdat je lichaam niet genoeg tijd heeft gekregen om zich te ‘recupereren’.     
Daarnaast denk ik dat ook het mentale aspect verbonden aan je smartphone(vb. een laatste keer Facebook checken in bed) een negatieve invloed zal uitoefenen op je slaapcyclus. De kans bestaat immers dat je nog bepaalde informatie van iemand te weten wilt komen en vol ongeduld zit te wachten voor hij/zij reageert op je bericht. Het ene kind houdt m.a.w. het andere kind wakker.
Kortom, als je niet waakt over het gebruik van tablet of smartphone van je kind, dreigt het internet een stoorzender te vormen op het functioneren van je kind. Dus geef je kinderen de kans om zich erop ‘uit te leven’, maar trek tijdig aan de alarmbel wanneer het gebruik ervan problematisch wordt.


zie zeker ook volgend filmpje: Opgehaald van VTM NIEUWS (08/10/2016): http://nieuws.vtm.be/binnenland/209776-smartphones-bed-wat-doe-je-als-ouder



Boons Mitchell



vrijdag 7 oktober 2016

Digitale opdvoeding


Digitale opvoeding
Vele jongeren zijn zich niet bewust van de tijd die ze besteden aan hun ‘digitale wereld’. Bepaalde jongeren slijten de dag achter hun computer. Bijgevolg kan ik me voorstellen dat ouders zich geregeld zorgen maken over de tijdsbesteding van hun zoon/dochter achter de computer en wat ze er allemaal op ‘uitspoken’. Het schoolwerk van een jongere mag hier naar mijn mening namelijk niet onder lijden. Na de schoolse uren, kruipt er namelijk ook tijd in huiswerk, taken, enz. Een goede mix tussen ontspanning en inspanning is dus de boodschap ! Het is naar mijn mening de taak van de ouders om hierover te waken. Daarom vind ik volgende test zéér interessant om als ouder na te gaan op welke manier je je eigen kind digitaal opvoedt: http://www.standaard.be/mediaouder De vragen die in deze test voorkomen, vind ik weldoordacht (vb. waar en wanneer men moderne media mag gebruiken) en zullen bijgevolg een betrouwbaar resultaat opleveren.

Mediawijs: Groei er mee op !


Naar mijn mening moet je van kinds af aan in contact komen met moderne media. Ouders spelen hier een belangrijke rol in. Kinderen nemen het ‘mediagebruik’ namelijk grotendeels over van hun ouders. Als je iemand ziet ‘swipen’ op een tablet, krijg je immers zelf ook zin om wat te ‘spelen’ op een tablet. Ouders moeten hun kinderen ‘mediawijs’ maken. Toch is dit voor vele ouders geen evidentie. Moderne media happen namelijk een deel uit je gezinsbudget.

Als je als ouder niet echt veel ‘know-how’ hebt over moderne media, zou ik zeker je kinderen er wel toe aanzetten om ‘mediawijs’ te worden. In de toekomst zal ‘mediawijsheid’ namelijk volgens mij een nog een prominentere rol vervullen binnen onze maatschappij. Vele dingen worden immers nu al geautomatiseerd. Ik denk dat niemand de stroom van moderne media en technologische snufjes zal kunnen tegenhouden.
De meeste kinderen zijn volop in de ban van de technologische vooruitgang.   Als er nu al zoveel mogelijk is, hoe zal de toekomst er dan uitzien ?               Het volgend filmpje getuigt dat elk kind zo zijn eigen kijk heeft op hoe de toekomst er zal uitzien.
                             
Bron: Dromenkroon. (sd). Media van de toekomst. Opgehaald van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=hF9mHeRfKbM&feature=youtu.be


De digitale uitdaging voor het onderwijs

Het onderwijs mag dan toch ook niet achterblijven ? De meeste leerlingen koesteren dan ook de verwachting dat leraren in de toekomst ook op een andere manier durven les te geven, waarin het gebruik van moderne media centraal staat. (vb. blended learning, een tutorial, …)

Bron: Social Media Wijs. (sd). De digitale uitdaging in het onderwijs. Opgehaald van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=8O4BOUHjuCI&feature=youtu.be


Leraren moeten zich naar mijn mening voortdurend bijscholen, zodat ze niet ‘vastgeroest’ geraken in hun eigen onderwijssysteem. Tijdens de huidige bijscholingen zal het gebruik van moderne media steeds meer aan bod komen, want dit is voor vele leerkrachten een uitdaging. De meer ervaren leraren zijn immers niet echt opgegroeid in een ‘multimedialandschap’ en zullen bijgevolg moeite ondervinden om nieuwe technologische snufjes ‘in hun vingers’ te krijgen. Het is van primordiaal belang dat leraren ‘up-to-date’ blijven en zo in staat zijn om moderne media op een adequate manier te kunnen (blijven) inzetten in hun onderwijspraktijk.
Zulke ICT-integratie tijdens je lessen zal de betrokkenheid van je leerlingen hoogstwaarschijnlijk alleen maar ten goede komen. In hun vrije tijd gebruiken kinderen moderne media om zich te ontspannen, op school zullen ze verbaasd zijn dat ze er ook op een educatieve wijze mee aan de slag kunnen. Zij zullen het immers waarderen dat ze eens op een andere manier leskrijgen. Indien ICT functioneel wordt ingezet, zal dit een meerwaarde betekenen voor je les.
We hebben niet alleen nood aan mediawijze leraren, maar ook aan mediawijze scholen. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Hieraan is namelijk een ‘kostenplaatje’ verbonden. Een school zal immers de nodige investeringen moeten doen om zowel leraren als ook de leerlingen de nodige moderne media te kunnen aanreiken. Een leerkracht moet immers de mogelijkheid krijgen om les te geven in een digitale leeromgeving, bijvoorbeeld een Smartboard. Voor leerlingen moeten er dan weer de nodige tablets ter beschikking worden gesteld, zodat leraren deze kunnen reserveren en hiermee aan de slag kunnen gaan tijdens de les. Als school kan je namelijk niet van je leerlingen verlangen dat ze elk hun eigen tablet meebrengen of hen verplichten om er zelf één aan te kopen.
Naar mijn mening is het onderwijs de digitalisering geleidelijk aan het bijbenen, maar er is toch nog werk aan de winkel.


Boons Mitchell







Blijf baas over sociale media !


Blijf baas over sociale media !
De echte wereld maakt naar mijn mening te veel plaats voor de online-wereld en dan voornamelijk voor sociale media. Jongeren horen van nature uit graag tot een groep en gaan graag op stap met vrienden. Niettegenstaande is dit niet altijd mogelijk. Ze leren graag nieuwe jongeren ‘kennen’ en breiden m.a.w. graag hun ‘vriendennetwerk’ uit via verscheidene sociale media, zoals Facebook.
Op zich is hier niets mee, maar toch moet men ‘waakzaam’ blijven. Je mag je naar mijn mening niet laten ‘opslorpen’ door sociale media, want na een tijdje dreigt de sociale media baas te worden over je eigen leven zonder dat je dit echt beseft. Stel je bijvoorbeeld de vraag hoeveel tijd je dagelijks besteedt aan sociale media. Voel je soms ‘een digitale opwelling’ opkomen ?
Ik hunker af en toe wel eens naar de tijd van vroeger.  Vroeger waren de mensen immers verplicht om naar elkaar, in ‘reallife’, toe te gaan om te communiceren, face-to-face. Dit is door de opkomst van sociale media wel enigszins veranderd. Tegenwoordig vormt het namelijk geen probleem meer om tijdens de dag (en zelfs nacht) met elkaar te communiceren, om zo ook ‘sociaal’ te zijn, buiten schooltijd. Die drang naar een ‘sociaal leven’ kenmerkt zich bijvoorbeeld in het hebben van online ‘vrienden’, zonder het merendeel van deze mensen écht te kennen. Niettegenstaande krijgen jongeren naar mijn mening in onze ‘digitale wereld’ onvoldoende de kans om hun sociale vaardigheden te trainen. Als je met iemand een gesprek voert, train je immers niet enkel je mondeling taalgebruik, maar leer je ook om rekening houden met je eigen lichaamstaal (vb. oogcontact maken) als ook met de lichaamstaal van je gesprekspartner.


Boons Mitchell


zaterdag 1 oktober 2016

Sociale media: de keerzijde van de medaille


Sociale media: de keerzijde van de medaille
De meeste leerlingen zijn tegenwoordig (zéér) actief op sociale media. Bijna elke jongere voelt immers de drang om er ‘digitaal’ ook bij te horen. Deze ‘digitale stroom’ is moeilijk af te stoppen. Als je toch ‘tegen de stroom invaart’ en niet op sociale media zit, verlies je al snel je ‘hippe’ karakter als jongere.

Op zich lijkt het gebruik van het internet en meer bepaald sociale media onschuldig. Het is namelijk een handig medium om nieuwe ‘vrienden’ te maken en buiten schooltijd met elkaar te communiceren. Daarnaast bestempel ik dit medium als nog maar eens een extra middel om elkaar virtueel te bereiken, naast het gekende sms-en mailverkeer. Bijgevolg is het tegenwoordig moeilijk om je (even) af te sluiten van de buitenwereld. Het volgende filmpje illustreert dit:  Jongeren beschouwen, net zoals volwassenen, het checken van je Facebook of mail, op bepaalde momenten als een opgave uit angst dat ‘belangrijke informatie’ je ontgaat. Tegenwoordig verlangen we immers ook naar de nodige rust. We zijn m.a.w. stilaan aan het ‘verdrinken’ in onze eigen ‘digitale stroom’.
Bron: Gabriëls, B. (sd). Shut Your Facebook. Opgehaald van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=IJICasgoSRU

Het internet kan dan wel leuk zijn om op te ‘surfen’, toch moet je oppassen dat je niet in ‘gevaarlijk vaarwater’ terecht komt, want er zijn kapers op de kust die op vinkenslag liggen. Het internet kan namelijk ook misbruikt worden door anderen, o.a. door pesters. Pesten heeft immers een digitale metamorfose ondergaan waardoor we nu ook al spreken van cyberpesten. Op deze manier hebben pesters de mogelijkheid om ook buiten schooltijd hun pestgedrag voort te zetten via het internet. Ze kunnen bijvoorbeeld kwetsende boodschappen of beledigende filmpjes over het slachtoffer verspreiden, sms’en, roddelen, enz.  Op deze manier wordt het slachtoffer voortdurend, ook buiten schooltijd, lastig gevallen waardoor de nodige mentale rust zoek is.

Het is nochtans van primordiaal belang dat leerlingen alert omgaan met media en m.a.w. ‘mediawijs’ worden. Hierbij kan ik de link maken naar het leerplan (VVKSO, secundair onderwijs, tweede graad ASO-KSO-TSO, Nederlands (p. 84) waarin mediawijsheid als vakoverschrijdende eindterm fungeert: De leerlingen nemen een bewuste en kritische houding aan ten opzichte van klassieke en nieuwe media (internettoepassingen, SMS, …) en het vermogen tot een alledaags, informeel en creatief mediagebruik dat (impliciet of expliciet) gericht is op participatie in de culturele publieke sfeer (internetfora, sociale media, …).

De meesten beseffen immers dat nieuwe technologieën, zoals sociale media, niet alleen voordelen met zich meebrengen, maar ook ‘een schaduwzijde’ heeft. Alleen weten deze leerlingen niet wat deze ‘schaduwzijde’ precies inhoudt. Ze zijn zich niet bewust van (alle) gevaren van sociale media en weten bijgevolg niet hoe ze zich ertegen moeten beschermen. Daarom lijst ik hieronder een aantal handige anti-cyberpestregels op:
  • Als ik weet dat iemand een cyberpest probleem heeft, help ik het slachtoffer.
  • Blokkeer ongewenste afzenders.
  • Als je wordt gepest, PRAAT erover.
  • Meld problemen aan de provider van de website.
  • Stuur niets door dat anderen kan kwetsen. (tip: Doe nooit iemand iets aan wat je zelf niet zou willen meemaken !)


Ten slotte vind ik dat je de problematiek rond (cyber)pesten vooral aan de basis moet aanpakken door de pester ervan te overtuigen dat pesten ‘not-done’ is.  Dit is niet zo evident. De meeste pesters willen hun ‘macht’ die ze in de groep hebben verworven, namelijk niet zomaar prijsgeven. Volgens mij gaat een ‘mondelinge preek’ hen niet echt tot bedaren brengen. Het is naar mijn mening van primordiaal belang dat je hen duidelijk maakt welke nefaste gevolgen pestgedrag op het slachtoffer heeft. Als je dit enkel mondeling doet, zullen sommige pesters misschien nog geneigd zijn te denken: “Het ene oor in, het andere weer uit.” Daarom ben ik op zoek gegaan naar een manier waarop pesten en de bijhorende schade voor het slachtoffer duidelijk wordt gemaakt. Uiteindelijk heb ik een visualisering rond (cyber)pesten bedacht met de nodige mondelinge argumentatie. Op deze manier tracht ik mijn boodschap kracht bij te zetten:
Een pester maakt door zijn pestgedrag een puinhoop van iemands leven (handeling: blad verfrommelen). Later heeft hij/zij mogelijk spijt van zijn daden en zal hij/zij bijgevolg proberen ‘de plooien terug glad te strijken’. Maar zoals jullie kunnen zien, dat lukt niet. De pestervaringen zullen immers voor altijd in het geheugen van het slachtoffer gegrift blijven. De gepeste zal de pester misschien kunnen vergeven, maar hij zal hem/haar nooit kunnen vergeten.




Boons Mitchell